Promises, promises, promises, always promises. Het is een gezegde geworden in ons gezin. Overgehouden uit Engeland. Als we daar op vakantie gingen en we zagen een waarschuwingsbord -voorzichtig overstekend wild- dan klonk er altijd een klein stemmetje: Promises, promises, always promises. Het mannetje wilde wild zien. Echt wild en het liefst springend over de weg, net zoals op het bord. Dat gebeurde nooit dus hij had zijn geloof in de waarschuwing behoorlijk verloren.
Dus bij een waarschuwingsbord mompel ik dat nog steeds. En bij het bord dat ik nu tegenkwam klonk het uit volle borst. Alhoewel ik wel iets rustiger ging rijden. We zitten erg dicht bij Etosha national park en als olifanten walkabout gaan dan kijken ze echt niet op een kilometer. Overstekende olifanten. Beats de file melding any time.
Nu zijn olifanten helemaal geen lieve zachte pluche dieren.
Eerder humeurige giganten met een erg kort lontje.
Maar ook hier brachten de gebroken beloftes langzamerhand een gevoel van: Ja, ja het zal wel. Tot vandaag dan. Want na het passeren van het tweede bord werd er eindelijk een belofte gehouden. Olifanten klonk de schreeuw van de achterbank. Vol op de rem en meteen de berm in. Beetje terug en ja daar liep een kudde olifanten. Nu zijn olifanten helemaal geen lieve zachte pluche dieren. Eerder humeurige giganten met een erg kort lontje. Dus je kunt ze nooit van dierentuin dichtbij zien. Vandaag hadden we geluk. Tussen ons en de kudde stond een hek met drie dikke elektrische schok kabels. Dus stonden we op nog geen tien meter afstand van de olifanten die rustig verder liepen. Wel, op één kolos na. Beetje puber nog. Die zo boos was over het feit dat wij daar stonden, dat hij zijn uiterste best deed om modder te gooien. Ongelooflijk mooi. Een ingeloste belofte.
Om eerlijk te zijn, het stemmetje van het mannetje klonk nog steeds in m’n oren. De belofte was namelijk op de weg. Op de weg! Binnenkort toch maar eens naar Katima Mulilo rijden, daar lopen ze echt over de weg.