Hostel

Laatst was ik in Berg Aukas. Met Achim. Achim helpt met Moringa voor Namibia, of, zoals het hier heet, de Miracle Tree Foundation. We hadden de school bezocht en dat is altijd een beetje als thuiskomen. Zodra ik het terein oprij beginnen de kinderen te roepen: Master Reinoud, Master Reinoud en voordat je het weet verdwijnen mijn benen in een kluwen kinderen.

Maar vandaag wil ik Achim het hostel laten zien. Achim kent onze kinderen, nou ja ‘onze’ we zorgen voor ze nadat we ze uit het hostel hebben weggehaald. Dat was vorig jaar maart. Zes meisjes hebben we, met toestemming van hun ouders, meegenomen. Omdat de situatie onhoudbaar was. Ondervoeding, verwaarlozing en slaag, veel slaag. Dus hadden we van de dertig kinderen in het hostel de zes meest kwetsbare meisjes meegenomen.
Imelda die nooit praatte en altijd een loopneus had, Arletta die epilepsi heeft en nog vier anderen. Ze sliepen op een plastic zak op de stenen vloer. ‘Ach’ denk je wellicht: ‘bij die temperaturen valt dat wel mee’ maar ze sliepen in de winter op de vloer en dan is het zo rond het vriespunt. zes kleine bibberende meisjes, in foetus houding onder een té dunne deken. Indertijd hadden we matrassen voor ze gekocht. Prachtig gezicht, zes meisjes op één twijfelaar, drie aan de ene kant, drie aan de andere kant. Dat was een kleine verbetering maar toch… het slaan bleef bestaan, het één keer eten per dag en ik voelde me er niet goed bij om dit hostel te ondersteunen. De situatie langer te laten bestaan. Dus had ik de toenmalige principal gesmeekt om het te sluiten. Maar ook hier is politiek mensen niet vreemd. Dertig extra kinderen op school dat is toch mooi. 

In maart was de maat vol. Nadat Arletta weer een toeval had gehad. Met toestemming van de ouders hebben we ze in huis genomen. Zodat ze vanuit ons huis naar school konden gaan. Dat was op een donderdag. Op maandag begon de lock down en vier van de meisjes hebben we naar hun ouders gebracht. Op boerderijen ver vanuit Grootfontein. Tot op vandaag zijn ze niet teruggegaan naar school. Alleen Imelda en haar zus Teresia zijn gebleven. Hun ouders hadden dat expliciet gevraagd. Dus dat voelt als onze kinderen.

Dan te bedenken dat er meisjes van 4 tot 16 woonden,
samen met jongens van 5 tot 18.

Nu de school weer is begonnen wonen er opnieuw zeven kinderen in het hostel. Ik wilde Achim laten zien hoe het was. We reden er na het schoolbezoek naar toe. ‘Is dit het’ vroeg hij met ongeloof in zijn stem. ‘Ja en ze hebben het ook nog eens opgeknapt’ was mijn antwoord. We liepen het gebouw binnen. Een oud huis, de ramen grotendeels ingegooid. Geen electriciteit of water en geen deuren meer. Dan te bedenken dat er meisjes van 4 tot 16 woonden, samen met jongens van 5 tot 18. Als we binnen komen kun je niet meer ontsnappen aan de penetrante urinelucht. Achim is opeens stil, hij kijkt rond, bleekjes en loopt weer snel naar buiten. Dat vertelt genoeg. Op de terugweg is hij stil, tot hij over het project begint te praten. Dan lucht hij op, blij om zich te kunnen concentreren op iets positiefs.