Kip!

Jaren geleden zag ik een film. Een film die diepe indruk maakte.
Waarom? Ik weet het niet,wat ik wel weet is dat de beelden terug blijven komen.
Ik heb gezocht en gezocht enuiteindelijk de film gevonden: Cocorico Monsieur Poulet (https://www.moviemeter.nl/film/50708).

Waarom blijft die film intrigeren?
Mijn eerste Afrikaanse film?
De totale zinloosheid vanuit mijn westerse perspectief?
De rust of het avontuur?
Dit is wat ik me herinner: Twee jonge mannen besluiten een business te starten. De verkoop van kippen in de stad. Dus kopen ze een kip en gaan op weg naar de stad in een besteleend. Onderweg zijn we allerlei avonturen. Hun besteleend begeeft het en ze zien het als een vloek van een heks. Uiteindelijk sluiten ze vrede met de heks en opeens staat er precies zo’n besteleend als die van hun naast hen. Dat moet wel een
zegening zijn van de heks en dus zetten ze hun spullen in de andere auto en rijden weg…
Dagen onderweg, 1 kip, niets meer.

En nu ben ik in Afrika en vind mezelf keer op keer in dezelfde situatie. Ik heb kippen en we beginnen met 12. Kilometers heb ik gereden om die te krijgen. Het eerste kippenhok bijeengeraapt, dus het duurde niet lang voordat Momo, die we op dieet hadden gezet, het een goed idee vond om dat dieet aan te vullen. Samen met Takkie heeft ze zorgvuldig een gat gegraven en de kipjes eruit getrokken.
Toen we terugkwamen: geen honden en een tuin vol dode kippen.
Dus hebben we de ren aangepast en nog een keer totdat uiteindelijk versie drie het hield.
Alleen moet je dan wel de deur sluiten en gesloten houden Anders maak je het wel heel makkelijk en heeft Momo een feestmaal van bebroede eieren. En dat gebeurde dus verschillende keren. Op de één of andere manier is hier in Namibië verantwoordelijkheid een
heel ander begrip of worden wij zodanig getraind dat ons begrip heel anders is. Een andere focus of concentratie.
Het effect? De deur van de ren open, Momo vol met eieren en met een
gezwollen buik. ‘s Nachts sliep ze dan buiten anders had ik dit verhaal nooit kunnen navertellen.

De kippen zijn er nog steeds en elke keer weer bevindt ik me in die film. Afgelopen zondag stonden de hanen op Facebook. En ja er belde iemand hij wilde er graag eentje, en wel nu dus.
Daar gaan we, rennend achter de kippen aan, met z’n allen het liefst. Kippen stuiven alle kanten op, veren in de lucht en de haan die je wilt is aldoor net even sneller.
Uiteindelijk bracht internet uitkomst (hebben we echt dingen kunnen doen pre-google?) En heb ik een draad gebogen die je ongemerkt en tactisch om de poot van de haan haakt en hem zo van de grond plukt. Half uur verder dus. Dan naar de stad rijden, ongeveer 15km heen en terug en zoeken; want huisnummers hebben hier geen enkele logica.

Ik kijk schichtig in het rond,
of ik de heks ergens rond zie lopen.

Uiteindelijk de haan afgeleverd, inmiddels stond de urenteller op 2 uur. De haan was gekocht voor N$100, verkocht voor N$160 dus een winst gemaakt van N$60… vreugde alom.
En ik krijg die film maar niet uit m’n hoofd. Want de diesel was ongeveer vijftien dollar. De haan heeft bovendien vier maanden bij ons gegeten. Dus uiteindelijk heb ik twee uur gewerkt voor N$10.
Soms denk ik dan aan mijn dagtarief bij Capgemini (N$30.000) en voel ik de vervreemding en kijk schichtig in het rond of ik de heks ergens rond zie lopen.

Beauty (of het begin; deel twee)

Daar rijden we. In een fantastische Hilux, met daktent en al. Ik kan alleen maar zeggen dat Namibië een van de mooiste landen is waar ik ooit ben geweest. De afwisseling in het landschap is enorm. De ruimte ook. En dan de woestijn. Niet één maar twee van de werelds grootste woestijnen maken deel uit van het land; de Kalahari en de Namib desert.

Hello nothingness my old friend,
I came to talk to you again.

Ongelofelijk, er is niets. Ik zing zachtjes mijn nu favoriete song:
Hello nothingness my old friend,
I came to talk to you again.
Niets, de essentie van niets, er is niets en dat is zo ongelofelijk mooi.

Ik reis met Martin. Hij heeft me zover gekregen dat ik mee ging naar Namibië en dat was goed. Voor mij zijn zeker de momenten dat we muziek draaien erg confronterend. Elise’s dood heeft een trauma achtergelaten en dat gaat niet over. Dus draai ik haar muziek en huil.
Rijdend door het niets.

En dan komen we op de vergadering. Kinderen komen daar. Uit zichzelf, zonder ouders. Dat is niet vreemd hier. Kinderen gaan hier hun eigen gang. Beauty is er ook. Een klein meisje, negen jaar. Verlegen voor twee witte mannen van twee meter lang. Dus dol ik voorzichtig een beetje met haar. Ik kijk achter de auto, onder de auto en zoek en zoek en vraag haar dan waar hij is.
“Wie?” vraagt ze. “Je beest, want iedere beauty verdient een beest” en samen zoeken we verder. Ze lacht en is vrolijk, de verlegenheid verdwijnt.
Op zondag zien we haar weer. Wij staan in de deuropening, zij komt binnen. Zonder enige aarzeling loopt ze naar Martin, pakt zijn benen en knuffelt hem. Dan ben ik aan de beurt. Het enige dat ik kan denken is: “Wow als vijf minuten aandacht voor een kind, deze reactie oplevert dan is er hier behoefte aan veel liefde en aandacht”.
Een gedachte die het begin vormt van iets heel nieuws.

Naschrift
Op basis van deze ervaring heb ik mijn besluit genomen om naar Namibië te gaan.
Een goed besluit en ik, die zelf nooit kinderen heeft gehad, ben ondergedompeld in de kinderen. Op school, in het hostel (de verschrikkelijke kostschool waar ik nog over ga schrijven) en nu
ook bij me thuis waar de afgelopen periode 8 kinderen korte of langere tijd hebben doorgebracht om op krachten te komen en waar Esther, mijn vrouw, ze liefdevol verzorgt en laat aansterken.

En Martin?
Die werd in het geheim tijdens de reis verliefd. Is getrouwd en woont nu met zijn vrouw in Namibië.
Vooral als het heet is (en het kan dramatisch heet worden hier) wil ik hem nog graag herinneren aan het uitzicht dat we vanaf een strandstoel op Curacao hadden kunnen hebben, met een Pina Colada in de hand. Zijn reactie bestaat meestal uit een stilzwijgen…

Een einde en een nieuw begin

Waar te beginnen als er geen begin is. Althans geen te onderscheiden begin want ieder verhaal dat bijdraagt tot het verhaal heeft z’n eigen begin.
Te beginnen bij het einde… Een einde dat voor mij zo van belang was? Het einde van een leven, een bijzonder leven dat voor mij uiteindelijk een nieuw begin werd. Niet dat het zo voelde op dat moment… Niet dat het zo voelt op dit moment alleen als ik terugkijk dan was dat einde een begin. Moet ik dan dat einde beschrijven? Haar moeizame ademhaling het gevecht dat verloren was… Ik zat naast haar en zal dat beeld nooit meer vergeten. Momo de hond die ik van haar gekregen had aan mijn voeten. Vol van onmacht en pijn. Elke ademhaling volgde ik tot die er niet meer was. Op precies dat moment stond Momo op, zat tegen me aan en week niet meer van mijn zijde. En daar sta je dan. Een moment dat wij hadden zien aankomen en nu was het daar. Alleen. 

Dan moeten er dingen gebeuren. Vreselijke dingen. Daarover was onze laatste ruzie gegaan. Dat ik haar vertelde dat ik haar niet zou willen wassen. Emoties die zo hoog opliepen dat een week later de deur opeens uit z’n voegen viel. Bij het uitpraten vertelde ze me: ‘ik ben toch niet meteen dood?’ en vreemd genoeg had ze gelijk. Ik heb geholpen met haar wassen en aankleden. Haar kleren had ze zelf al uitgezocht. En dat kon ik want alhoewel ze niet meer ademde was ze toch nog niet helemaal dood. Levenskracht verdwijnt langzaam. Als je verdrinkt in koud water kan je nog na een aanmerkelijke tijd worden gereanimeerd. Dood ging ze. Dat merkte ik na verloop van tijd. Ze lag op de slaapkamer en elke keer als er iemand belde liep ik daarlangs. Na verloop van tijd heb ik de deur dichtgedaan… Het was Elise niet meer maar een lijk. 

Hoe vaak heeft mijn leven niet een einde gekend.. een einde gevolgd door een begin. Soms een bijstelling van mijn levensloop soms een omkering. Dit was een einde waarbij ik geen begin meer verwachtte. Dus deed ik wat we hadden afgesproken en ging gewoon door. Dat hadden we afgesproken op de dag dat we haar begrafenislezing oefenden. In de zaal, met Martin erbij. Ik zou hem gaan doen en ik wilde dat Elise hem zelf nog zou horen. En ze was er blij mee: “spot on zo moet mijn lezing zijn.” Gevolgd door haar statement: “ik wil nu niet meer over dood praten. Ik ga dood en ik weet dat. Laten we het erover hebben hoe jij gaat overleven.” Dus maakten we plannen, afspraken… Om mij te helpen overleven. En of dat nodig was. De pijn was zo groot dat ik dagelijks tegen mezelf vocht. Zo verleidelijk om een mes in m’n arm te zetten… Hoe heerlijk moest het zijn om pijn te kunnen voelen die van buiten af zou komen. Tezelfdertijd wist ik dat dat een begin zonder einde zou zijn. Het overschrijden van een grens die me mijn eigen verantwoordelijkheid zou ontnemen.

Dus huilde ik en worstelde, bad en schreeuwde en bleef bezig want dat was de afspraak die ik gemaakt had. Momo was daar en hielp. Ik mocht op de bank maar nooit langer dan een uurtje en als ik het echt niet meer trok stapte ze bij me in bed. Heel gedecideerd ging ze dan tegen m’n rug liggen. Totdat ik in slaap gevallen was dan ging ze weer naar haar mand. 

In mei kwam Martin naar me toe. Ik moest op vakantie. Alleen paste dat echt niet in mijn plannen. Maar Martin is geen prater, in zijn stilte kan hij bijzonder overtuigend zijn. Dus werd het vakantie. Curacao was mijn voorstel. Namibië het zijne. Ik wilde Curacao want ik had Papiamento geleerd en wilde graag oefenen. Daarbij wit zand, zee, palmen en Pina Colada wie wil dat niet? Martin dus: “te warm” en dus werd het Namibië, hij is echt overtuigend.

Op bezoek bij vrienden en rondtrekken in een Toyota Hilux. Wist ik veel dat dat weer een einde en een nieuw begin zou worden.