Telefoon

Vier jaar geleden kwam ik naar Namibië. Vier jaar alweer. Ik had toen de mooiste Samsung telefoon bij me die er te koop was. Kocht, zonder na te denken, iedere twee jaar een nieuwe. Vond dat leuk, genoot ervan. Hier in Namibië was de lol er erg snel af. Iedereen die de telefoon zag was erdoor gebiologeerd. De gesprekken gingen over de telefoon, niet over de dingen waar ik over wilde praten, leven, de zin van het leven en andere dingen die verrijken. 

Dus ik was niet helemaal rouwig toen ik op een begrafenis van een stapel rotsblokken viel en de telefoon volledig vernietigd werd. Terug in Nederland koos ik een minder opzichtige telefoon en die was ook aanmerkelijk goedkoper. Het voelt voor mij toch niet helemaal goed als mijn telefoon een jaarsalaris van een arbeider hier kost, voelt echt niet goed. Dus koos ik een B-merk, wel een grote telefoon omdat ik dat erg handig vind.

Tot mijn verbazing werkte dat vrij goed, tot de dag dat ik ervaarde dat gorilla glas toch echt beschermd. Aangezien ik erg tevreden was heb ik het glas laten vervangen en later een opvolger gekocht die me erg veel plezier gaf, tot het moment waarop het beeldscherm begon te, ja hoe zal ik dat noemen, op te lossen? Vanaf de randen en het ging vrij snel ook nog. Dus een nieuw scherm aangeschaft en daar had ik al snel spijt van. Slechte kwaliteit, niet erg licht sterk, maar ik kon er mee leven.

Tot vandaag. Ik zit rustig te werken, moet iets na kijken op mijn telefoon (want de computer heeft vandaag geen internet) en zie tot mijn verbazing dat er een scheurtje in het glas zit. ‘Wat?’ Er is daadwerkelijk niets gebeurd. De kwaliteit van het vervangscherm is gewoon slecht. 

En dan vul ik mezelf met medelijden. Zelfmedelijden.

En dan vul ik mezelf met medelijden. Zelfmedelijden. Toen ik hier kwam had ik de mooiste telefoon, nu heb ik, niets, een wrak, een Namibische telefoon in uiterlijk. En dat niet alleen, mijn medewerkers hebben mooiere en betere telefoons dan ik. Net aangeschaft in Duitsland… dan gaat het vullen snel. Medelijden als een lawine en ik word meegesleept. Mijn medewerkers eten beter. Ik spendeer mijn laatste geld, vertel m’n vrouw geen dure dingen te kopen. Door en door rol ik, buitel ik over mezelf, door elkaar tot ik tot stilstand kom ergens diep onder in de put.

Stilte.

En dan kan ik mezelf de simpele vraag stellen: “Was dit niet wat je wilde?”

Eén antwoord op “Telefoon”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *