Kippen het blijft een item. Uiteindelijk willen we er 150. Maar goede (grote) kippen zijn zeldzaam. Dus is het soms kippenjacht. Zo ook die morgen. Althans hij begon vrij normaal.
Ik was op bezoek bij iemand die voor mij groeibedden zou lassen. Zaken doen hier betekent eerst praten en vertellen en daar kwamen de kippen. Hij had vanmorgen net gehoord van iemand die van zijn farm was gezet en zijn kippen kwijt moest. Dat was een buitenkans en we zouden die mensen ook nog eens helpen.
Dus belden we, in het Afrikaans, daarom voerde Esther het gesprek. Op z’n Afrikaans. Ja kippen, ja vandaag halen en ja, het was in de buurt van Grootfontein.
Wij op weg. Ergens in de buurt van Tsumeb. Bij dat bord moesten we van de weg af. Tien kilometer voor Tsumeb slaan we af. Voor alle zekerheid vragen we het nog even. ”Nee” is het antwoord. Niet bekend hier. Waar dan? We bellen de eigenaar. Ze zijn in Tsumeb en als we daar heen komen dan rijden zij voor ons uit.
In Tsumeb ontmoeten we ze. Een echtpaar van rond de veertig met hun zoon. Ze vertellen hun verhaal. Afgelopen vrijdag hebben ze te horen gekregen van de eigenaar dat ze van de boerderij weg moeten. Het brengt niet voldoende op, hij is niet tevreden en daarom binnen een week: inpakken en wegwezen! “Ja” zegt de vrouw ”dat gebeurde ook met de vorige bewoners, een jaar geleden”.
Ze kijken naar de auto: ”gelukkig is het 4×4, het is een heftige weg”. Veertig kilometer later blijkt dàt te kloppen. Een weg van vijftien kilometer door de bush. Gaten opgevuld met water. De modder spat over het bakkie heen. Wat een plezier. In Nederland betalen mensen om dit een middag te mogen doen. Ik krijg het gratis. 4×4 low gear en vooral blijven rijden.
Uiteindelijk komen we bij de farm. Mooie farm. En de kippen, ongeveer vijftig, en dan gaan we er met man en macht achteraan. Uiteindelijk hebben we ze allemaal. Inclusief de kuikens en eieren die we in de broedmachine kunnen leggen.
Maar hoe vervoer je vijftig kippen? Ons bakkie is open en zelfs als we ze allemaal de poten vastbinden dan nog, het is meer dan 110 kilometer terug. Dus rijdt de eigenaar voorop. De kippen in zijn bakkie met canopy. Het is een gruwelijke rit. We zien het bakkie voor ons en de kippen die er samengepakt zitten. Onderweg heb ik constant de neiging om: ‘Cocorico’ te roepen.
Onderweg heb ik constant de neiging om: ‘Cocorico’ te roepen.
Op de plot gekomen laden we de kippen uit. Drie zijn er door de stress overleden. De rest voelt zich snel thuis en legt nu vrolijk eieren en er zijn er zelfs drie aan het broeden.
De familie vertrekt. Als ik vraag waar ze heen gaan dan zwijgt de man. Zijn vrouw antwoord: ”vanavond weten we niet, morgen gaan we naar een andere stad, daar kunnen we even blijven. Dan zien we wel weer verder”.
We zwaaien ze uit op weg naar hun onzekere toekomst. Ja dit is Afrika
Mooi verhaal met een verdrietige ondertoon,hier is duidelijk dat de eigenaar van de farm zijn huurders uitbuit, maar ja daar sta je dan toch wel machteloos tegenover. Groeten en sterkte Chiene